Zoek binnen de Bergh Stoop & Sanders websiteken

Bergh Stoop & Sanders en “We Gaan Ze Halen” in hoger beroep

24.03.2017

Hoger Beroep in de procedure  tegen de Staat om politieke onwil tot opname vluchtelingen

Op 24 maart 2017 heeft de President van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de rechtszaak van de Stichting We Gaan Ze Halen tegen de Staat der Nederlanden. De vorderingen van de Stichting, die de belangen van de Vluchtelingen in Griekenland en Italië behartigt, zijn afgewezen.

De Stichting heeft gevorderd dat Nederland twee Besluiten uit september 2015 van de Europese Raad moet nakomen. Nederland heeft een quotum om binnen twee jaar 8.712 vluchtelingen op te nemen. Tot op heden zijn dat er niet meer dan 1.487. Voorzitter van de Stichting Rikko Voorberg: “Deze uitspraak laat de onwil zien die er vanuit de politiek is om vluchtelingen die vastzitten in opvangkampen te helpen. Terwijl Nederland hier keiharde afspraken over heeft gemaakt. Deze afspraken worden ontkend. De uitspraak laat zien hoe ingewikkelde regels worden gebruikt om onder afspraken uit te komen. Juist nu moeten we doorzetten.”

De rechter bevestigt 1) dat Nederland gebonden is aan de besluiten die door de Europese Raad in September 2015 zijn genomen en 2) dat de Turkije-EU deal hierin geen verandering heeft gebracht heeft. De rechter stelt dat wanneer er meer vluchtelingen arriveren, verwacht mag worden dat de Staat dus ook meer vluchtelingen zal opnemen. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen moeten worden afgewezen omdat de Stichting in wezen te vroeg is en de Staat nog tot september 2017 de tijd heeft zijn verplichtingen na te komen.

De Stichting gaat in Hoger Beroep tegen de uitspraak. Advocaten Gert-Jan van den Bergh en Adriaan Stoop: “Recent nog zijn er rapporten (in opdracht van het Europees Parlement) verschenen die nogmaals bevestigen dat de Nederlandse Staat zijn afspraken simpelweg niet nakomt. Het is uiterst schrijnend dat de rechter vindt dat de vordering te vroeg is, terwijl vluchtelingen vaak al twee jaar vast zitten in kampen. De rechter heeft ten onrechte gemeend dat er beleidsvrijheid voor de Staat bestaat, terwijl Nederland zich nota bene aan keiharde cijfers heeft gecommitteerd en we nu al weten dat Nederland met het tempo van 100 à 150 vluchtelingen onmogelijk aan zijn verplichtingen kan voldoen. We zullen in hoger beroep met aanvullend bewijs komen dat het gelijk van de Stichting bevestigt.”

De EU-Turkije Deal

De vordering van de Stichting zag ook op de uitvoering van de EU-Turkije deal. De Nederlandse regering stelt dat vluchtelingen die na het sluiten van de deal in Griekenland zijn aangekomen, terug moeten naar Turkije. Ze zouden niet voor herplaatsing in aanmerking komen. Dat klopt simpelweg niet. Het aantal vluchtelingen dat over EU lidstaten moet worden herverdeeld, is veel hoger dan telkens door de Nederlandse Staat beweerd. De rechter heeft bevestigd dat Nederland ook vluchtelingen moet opnemen die aangekomen zijn ná het sluiten van de Turkije-deal.

We Gaan Ze Halen

De Stichting We Gaan Ze Halen strijdt al bijna een jaar voor naleving van de Europese afspraken over herverdeling van vluchtelingen. Aanvankelijk was het plan om met honderden auto’s naar Griekenland te rijden om zelf mensen op te halen, die al lange tijd onder erbarmelijke omstandigheden in kampen zitten. Staatssecretaris Dijkhoff heeft zich hiertegen verzet met de stelling dat dit burgerinitiatief zou neerkomen op mensensmokkel. Nadat verder overleg onmogelijk bleek, heeft de Stichting besloten naar de rechter te stappen. Nu volgt hoger beroep.

Vonnis Rechtbank Den Haag 24 maart 2017

NRC.nl 24 maart 2017

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Meer nieuws

Dag van de persvrijheid

Op de Dag van de Persvrijheid heeft Villamedia een belangrijk artikel gepubliceerd van onderzoeksjournalist Stella Braam. In het artikel deelt Braam haar reactie op het klachtenrapport van 30 april jl., dat zij ontving van directeur-generaal van de AIVD, Erik Akerboom, naar aanleiding van haar klacht.

Maatwerk vereist bij het opstellen van een concurrentiebeding in een bepaalde tijd contract

Het is alleen mogelijk een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als er in de arbeidsovereenkomst een (extra) motivering staat in dit verband. In die motivering moeten de zwaarwegende bedrijfsbelangen staan die de werkgever heeft om 'deze specifieke werknemer' aan 'dit specifieke concurrentiebeding' te binden. Een algemene, bedrijfsbrede motivering volstaat dus niet.

CSDDD opnieuw uitgesteld

Een klassiek koekje van eigen deeg: de merkenrecht stroopwafelsaga

Vorige week oordeelde het Benelux Court of Justice dat de merkaanvraag voor VAN WONDEREN STROOPWAFELS te kwader trouw en dus nietig is. Eerder, in 2022 wees het Benelux Office for Intellectual Property (BOIP) de vordering tot nietigverklaring nog geheel af.